2. Installatiemethodes

Systemen in nieuwe chapelagen

• Zorg voor een vlakke en schoongeveegde ondergrond

• Mocht de ondervloer aflopen, zorg er dan voor dat deze eerst uitgevlakt wordt (wanneer de buizen niet overal op ongeveer dezelfde diepte in de chape liggen, kan dit ervoor zorgen dat de vloer niet gelijkmatig opwarmt).

Dunbed-systemen (oppervlakte-systemen)

• Zorg dat de ondergrond, waarop het systeem aangelegd wordt, egaal, schoon, stof- en vetvrij is.
  Verwijder oneffenheden en vul eventuele gaten op.

• Start met het aanbrengen van een primer, die geschikt is voor de ondergrond waarop het systeem wordt bevestigd en waarop uiteindelijk een egalisatiemortel wordt aangebracht.

• Breng (tijdelijk) houten latten aan om vloerdelen af te bakenen als het vloerverwarmingssysteem niet overal wordt doorgelegd en kit de naden dicht met een sanitairkit. Hiermee wordt voorkomen dat de egaline wegvloeit (bijvoorbeeld bij een trapopgang).

Droogbouw-systemen

• Bij het installeren op een instabiele (houten) ondervloer dient deze eerst te worden verstevigd door underlayment-
  platen. Houd er hierbij rekening mee dat de totale vloeropbouw dan hoger wordt.
• Zorg dat de ondergrond, waarop het systeem aangelegd wordt, egaal, schoon, stof- en vetvrij is.
  Verwijder oneffenheden en vul eventuele gaten op.

Montage van de buis

Een vloerverwarmingsbuis wordt geleverd als rol en staat zodoende onder spanning. Om te voorkomen dat de vloerverwarmingsbuis bij het verwerken door deze spanning weer omhoog komt, kunt u de rol het beste tegengesteld afrollen (zie afbeelding). Deze methode heft de spanning al voor een groot gedeelte op.