Alles over Installatie op Krimpnetten Uitgelegd

2.2.1. Installatie op krimpnetten

De vloerverwarmingsbuizen worden bij deze manier van installeren met behulp van snelstroppers of ty-raps op gegalvaniseerde krimpnetten vastgezet. Afhankelijk van de gewenste buisafstand kiest u voor netten met een maaswijdte van 10cm x 10cm of 15cm x 15cm.

Deze manier van installeren kan worden toegepast bij reeds geïsoleerde constructievloeren of bij situaties waarbij de opbouwhoogte beperkt is (circa 4cm tot 6cm). In dit geval wordt er een hechtende chapelaag gecreëerd die aansluit op de (bestaande) constructievloer.
Wanneer er voldoende opbouwhoogte (circa > 7cm) beschikbaar is, kan er een zwevende chapelaag gecreëerd worden door gebruik te maken van een reflectiefolie of reflecterende onderlaag, waarover de krimpnetten worden gelegd. Hierdoor kan de chape onafhankelijk van de constructievloer uitzetten en krimpen.

Handleiding_Krimpnetten

A.		Ondervloer (constructievloer)

B.		Reflectiefolie of Thermofloor onderlaag (bij zwevende dekvloer)

C.		Krimpnet (gegalvaniseerde draadmat)

D.		Randisolatie

E.		Binddraad (ty-rap of snelstropper)

F.		Vloerverwarmingsbuis

G.		Chapelaag

H.		Vloerafwerking

1.		Plaats randisolatie langs alle wanden in de ruimte(s) waarin u het vloerverwarmingssysteem gaat installeren. De randisolatie kan worden bevestigd door middel van een montagekit of spuitlijm.

2.		Wanneer u een zwevende chape wilt creëren plaatst u reflectiefolie of een reflecterende onderlaag over de gehele constructievloer (bij hechtende chapelagen slaat u deze stap over).

3.		Leg de krimpnetten over de gehele constructievloer en plaats deze naast elkaar. Met behulp van snelstoppers of ty-raps kunt u de netten aan elkaar vastzetten.

4.		Vervolgens begint u met het leggen van de vloerverwarmingsbuizen. U bevestigt deze op de krimpnetten met behulp van snelstroppers of tyraps. Houdt hierbij een gemiddeld aantal van 3 stoppers of ty-raps aan per strekkende meter buis, zodat de buis (met name in bochten) niet zal verschuiven bij het storten van de dekvloer.

5.		Ga verder bij hoofdstuk 3. Verdeler »

Systeemeigenschappen

Systeemtype*	Chape, hechtend	Chape, zwevend
Minimale installatiehoogte**	5,0 cm	7,0 cm
Buisdiameter***	16 mm	16 mm

Geschikt voor sanitaire ruimte(s)	V	V

Mogelijke afwerking ;
- tegels / plavuizen	V	V
- PVC-stroken	V	V
- marmoleum / linoleum	V	V
- klik-laminaat	V	V
- parket / hout	V	V
- gietvloer	V	V

*		^{Bij een hechtende chapelaag worden de buizen zonder extra isolatie of folie op krimpnetten bevestigd. Doordat er geen gebruik gemaakt wordt van een folie hecht de nieuwe chape aan de (bestaande) constructievloer. Dit wordt meestal gedaan wanneer er weinig hoogte beschikbaar is.}
**		^{De minimale installatiehoogte geldt voor de hoogte van het systeem, inclusief chapelaag. De hoogte (dikte) van de vloerafwerking dient hier nog bij opgeteld te worden.}
***		^{Bij een installatie in een nieuwe chape zijn ook andere buisdiameters mogelijk, maar er wordt veelal uitgegaan van 16mm, omdat een hartafstand van 10cm hierbij makkelijker te realiseren is.}