Vloerverwarming collector

Hoogtemperatuur-systemen vanaf 65°C

Hoogtemperatuur CV-toestel
of andere HT-warmtebron
(aanvoer vanaf 65°C)

We spreken van hoogtemperatuur- of HT-systemen als de aanvoertemperatuur vanuit de CV-ketel of warmtebron tussen de 65 °C en 90 °C ligt. In de meeste gevallen zijn dit standaard ketels in woningen en gebouwen waar naast vloerverwarming ook gebruik gemaakt wordt van radiatoren. Om ruimtes doeltreffend te kunnen verwarmen met traditionele radiatoren is er een hoge aanvoertemperatuur nodig vanuit de warmtebron, maar verwarmingswater van deze temperatuur kan niet direct de vloer in gelaten worden. Als vloerverwarming wordt aangesloten op een CV-systeem met een hoge aanvoertemperatuur, dan worden hiervoor mengcollectoren met een circulatiepomp toegepast.

HT-mengcollectoren zijn voorzien van een thermostaatknop in de aanvoer waarmee de vloertemperatuur ingesteld wordt. De ingestelde temperatuur wordt hierbij bereikt door aanvoerwater te mengen met (afgekoeld) retourwater uit de vloer. Om het drukverlies wat hierdoor ontstaat te compenseren, zijn mengcollectoren uitgerust met een circulatiepomp zodat er altijd een optimale doorstroming van water in de vloerverwarmingsbuizen is.

Beschikbare mengcollectoren voor HT-systemen ; 

^: 

 ^V

^{LT CV-ketel (45 °C ~ 55 °C)}

^: 

 ^X

^{Zonneboiler (met buffervat)}

^: 

^{LT CV-ketel (< 45 °C)}

Laagtemperatuur-systemen vanaf 45°C

Laagtemperatuur CV-toestel
of hybride warmtepomp
(aanvoer 45°C ~ 65°C)

We spreken van laagtemperatuur- of LT-systemen als de aanvoertemperatuur vanuit de warmtebron tussen de 45 °C en 65 °C ligt. In de meeste gevallen wordt hierbij verwarmd met een (hybride) warmtepomp of een CV-ketel met een aanvoertemperatuur van maximaal 65 °C. 
Als vloerverwarming wordt aangesloten op een CV-systeem met een aanvoertemperatuur vanaf 45 °C, dan worden hiervoor in de meeste gevallen inregelbare LTV-verdeelunits (met een circulatiepomp) toegepast. Bij dit soort systemen is de aanvoer-temperatuur vaak té hoog om direct de vloer in te laten, maar té laag om gebruik te maken van een standaard mengcollector. Een LTV-collector is voorzien van een inregelventiel, waarmee deze collector geschikt is voor laagtemperatuurverwarmings-bronnen als CV-ketels met aanvoertemperaturen vanaf 45°C, maar ook voor HR-ketels met een modulerende brander en systemen die gebruik maken van een buffervat.

Doordat deze warmtebronnen werken met lagere temperaturen dan traditionele ketels dient de stroming van aanvoerwater primair verhoogd te worden om voldoende warmte te kunnen leveren aan de vloer. Met het inregelventiel is het mogelijk om de waterstroom in te regelen en ook kan er hierdoor een drukverschil gecreëerd worden, waardoor de circulatiepomp meer aanvoerwater zal aanzuigen.

Beschikbare meng-units voor LTV-systemen ; 

^: 

 ^V

^{LT CV-ketel (45 °C ~ 55 °C)}

^: 

 ^V

^{Zonneboiler (met buffervat)}

^: 

^{LT CV-ketel (< 45 °C)}

Laagtemperatuur-systemen tot 45°C

Laagtemperatuur CV-toestel
of warmtepomp
(aanvoer tot 45°C)

We spreken van laagtemperatuur- of LT-systemen als de aanvoertemperatuur vanuit de primaire warmtebron tussen de 30 °C en 65 °C ligt. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen open LT-systemen (tot maximaal 45 °C aanvoertemperatuur) en LTV-systemen (vanaf 45 °C aanvoertemperatuur). In de meeste gevallen wordt hierbij verwarmd met een (hybride) warmtepomp of een CV-ketel met een aanvoertemperatuur van maximaal 65 °C.
Als vloerverwarming wordt aangesloten op een CV-systeem met een aanvoertemperatuur van maximaal 45 °C, dan worden hiervoor in de meeste gevallen open collectoren (zonder pomp) gebruikt. Bij dit soort laagtemperatuur-systemen zorgt de pomp van de primaire warmtebron voor de circulatie van aanvoerwater door het CV-systeem én door de vloer.

Om ervoor te zorgen dat er een optimale doorstroming van water in de vloerverwarmingsbuizen is, dienen open collectoren aangesloten te worden op een aanvoerleiding met een diameter van minimaal 22mm bij gebruik van metalen leidingen en minimaal 26mm bij flexibele kunststof leidingen (de inwendige diameter dient minimaal 20mm te zijn om drukverlies te voorkomen).

Beschikbare collectoren voor open LT-systemen ; 

^: 

 ^X

^{LT CV-ketel (45 °C ~ 55 °C)}

^: 

 ^X

^{Zonneboiler (met buffervat)}

^: 

^{LT CV-ketel (< 45 °C)}

Stad-/blokverwarming vanaf 65°C

Stadsverwarming of
blokverwarming
(aanvoer vanaf 65°C)

Wanneer vloerverwarming wordt aangesloten op blok- of stadsverwarming met een hoge aanvoertemperatuur, dan worden ook hiervoor meng-units met een circulatiepomp toegepast.
Deze collectoren zijn voorzien van een thermostaatknop in de aanvoer waarmee de vloertemperatuur ingesteld wordt. De ingestelde temperatuur wordt hierbij bereikt door aanvoerwater te mengen met (afgekoeld) retourwater uit de vloer.
Om het drukverlies wat hierdoor ontstaat te compenseren, zijn deze collectoren uitgerust met een circulatiepomp zodat er altijd een optimale doorstroming van water in de vloerverwarmingsbuizen is.

Daarnaast zijn deze meng-units voorzien van een terugslagklep en een temperatuur-retourbegrenzer (RTL-kraan in de retour) om aan de eisen van stadsverwarming te voldoen.

Beschikbare mengcollectoren voor blok- en stadsverwarming, PN 6 (maximale druk van 6 bar);

Vloerverwarmingscollector

Type en primaire aansluiting

Aantal groepen

Minimale diameter aanvoer- / retourleiding

^{1 t/m 4 groepen}

^{15 mm}

^{maximaal 6 meter}

^{5 t/m 10 groepen}

^{11 t/m 15 groepen}

Open LT-collectoren

_{Metalen leiding}

_{Kunststof leiding}

_{Afstand tot warmtebron}

Stadswarmte-collector

_{Metalen leiding}

_{Kunststof leiding}

_{Afstand tot aansluiting}